woensdag 30 januari 2008

Vierkleurenpen


Op de 'Biestemerk' (red: overijssels dialect voor beestenmarkt) won ik ooit een vierkleurenpen. Mijn vader die daar vandaan komt, won daar wel eens een worst of een ingesealde kip. Andere mensen wonnen een kalf of een varken, een levende. Dat winnen ging met een rad, zo'n houten rad van fortuin. De vierkleurenpen heb ik niet meer. Het was niet zo'n plasticke, van het plaatje, maar een metalen. Hij schreef niet echt lekker.


Hoewel ik niet gelukkig ben ik het spel (wel in de liefde) heb ik maarliefst vier loten gekocht van de stichting Roparun. Een collega gaat rennen voor een goed doel en wij collega's sponsoren haar. De prijzen zijn geen pennen en dieren, maar tropische reizen en een auto.


Verder dan de vierkleurenpen ben ik nooit gekomen met winnen. Voor kleurwedstrijden kleurde ik te netjes, niet gek genoeg niet creatief genoeg (red: verwijzing naar titelverklaring: geurpen). Daardoor heb ik geen verwachtingen meer en vallen dingen soms mee.
Dochter spuugde aan de ontbijttafel vanochtend achteloos de tweede tand op haar bord.


Geen opmerkingen: